Gisteren heb ik door een verhuisbedrijf een tuinhuis laten bezorgen. Een chillplek voor mijn jongens in de tuin. Nou ja, tuinhuis? Voorlopig ziet het eruit als 10 IKEA doe-het-zelf pakketten in één. Zonder gebruiksaanwijzing. Het is een huisje van drie bij vier meter. En dit kon niet in één keer vervoerd worden. Ik moet derhalve zeggen, vanaf het moment dat ik het huisje heb gekocht, gaat alles mis wat er mis kan gaan. Van de klusmannen die ik geregeld heb tot het vervoer; niks loopt soepel.
De bus met alle onderdelen werd zo netjes mogelijk geparkeerd in de straat waar ik woon, tegen de stoeprand aan. Helaas kon er geen andere auto meer langs. De auto’s die kwamen aanrijden,moesten dus even omrijden. Klaarblijkelijk is dit voor veel mensen te veel. Je moet weten, ik woon in een rustig dorp. Gemoedelijk. Waar iedereen er normaal gesproken voor elkaar is. Maar de laatste maand voel ik dat dit verandert. De saamhorigheid is ver te zoeken. Het 'er zijn voor elkaar' is er al helemaal niet meer. Het is zelfs enigszins grimmig aan het worden. En dat kon er ook nog wel even bij. De automobilisten die er gisteren niet voorbij konden en om moesten rijden, hadden stuk voor stuk een kort lontje. Voor de duidelijkheid; met omrijden bedoel ik de auto in z’n achteruit zetten en bij de volgende straat er weer in. Meer dan een minuut zou dit niet duren. Het uitladen van de planken duurde maximaal een kwartier. En toch was dit kennelijk teveel gevraagd. Waar mensen voorheen spontaan uit een auto zouden stappen om even te helpen, gingen ze nu stuk voor stuk claxonneren. Eentje schreeuwde uit het raam: “Rot op met die tyfus vrachtwagen!” Terwijl een ander triomfantelijk zijn middelvinger opstak. Ik wist niet wat ik zag en hoorde. Was ik ergens in een achterstandswijk terecht gekomen? Waren dit inwoners uit mijn dorp? Wat een agressie en boosheid.
In je hemd gezet
Een dag ervoor, tijdens het wandelen met de honden, ongeveer hetzelfde verhaal. Opgefokte mensen. Onredelijk. Met uitlatingen die je niet achter hen zou zoeken. Normaal gesproken. Maar zeg nu zelf. Wat is er nog normaal aan deze tijd? Ik begrijp de korte lontjes ook zeker wel en misschien moet ik me juist geen zorgen hierover maken. Het gedrag van mijn medemens omarmen. Dankbaar voor zijn. Is dit misschien de kanteling bij mensen? Gaat het nieuwe normaal ze eindelijk irriteren? Want hoe lang hou je het vol om je kop in het zand te steken en weg te kijken? En het dringende en dwingende verzoek waar ze keer op keer aan moeten voldoen, om er voor een ander te zijn. Je doet het voor een ander, toch? Maar wat nu als deze mensen na 14 maanden ook eindelijk inzien dat ze in de zeik zijn genomen. Al die maanden doen ze braaf mee, want Hugo, Mark en Diederik zeiden het. Zo. Dan voel je je toch wel even flink in je hemd gezet. Au! Dat is confronterend. Dan kom je er opeens achter dat je braaf achter de horde bent aangelopen, puur en alleen om Big Pharma te spekken. Voel je je dan dom. En dan staat er daar zo’n tuthola een tuinhuisje uit te laden en kun je er met je auto niet langs. Ik denk dat ik de druppel was die hun emmer deed overlopen. Ze voelen zich genaaid en iemand moet de lading over zich heen krijgen.
Hoera!
Zeg nu zelf. Wanneer er nu een gevaarlijke pandemie aan de gang zou zijn, zouden er dan winkels open zijn? Dan zaten we toch allemaal in een kelder met een gasmasker op te bidden tot alles weer veilig zou zijn? Hopende op een vaccin dat ons zou redden van de ondergang? Dan werden er echt geen voetbalwedstrijden gespeeld, bouwmarkten geopend of onderwijs gegeven. Ik denk dat dit kwartje ook beetje bij beetje bij andere mensen aan het vallen is. Hoe zat het ook alweer? Eerst werden we uitgelachen. Er was ontkenning. Wanneer ze doorhebben dat ze voorgelogen zijn, komen er irritatie en boosheid. Dit is een belangrijke fase. Namelijk die van het korte lontje en wat ze ermee gaan doen. Hopelijk komen ze dan in de volgende fase; die van opstaan en vechten. Maar dan wel graag richting de boosdoeners. Voorlopig heb ik namelijk een enorme spierpijn in mijn armen en is terugvechten voor mij geen optie. Leuk zijn die korte lontjes om mij heen niet. Ik zie liever harmonie. Maar het biedt wel hoop. Hoera, er worden mensen wakker!